Geschiedenis van coffeeshops
De coffeeshop is een bekend Nederlands fenomeen, dat tegenwoordig bijna niet meer is weg te denken, met name in de grote steden. In de stad Amsterdam kan je haast geen stap zetten of je loopt de volgende coffeeshop alweer tegemoet. Inmiddels heeft het fenomeen van de coffeeshop een rijke historie die in 2022 een periode van 50 jaar markeert! Om erachter te komen hoe in Nederland een nieuw soort winkel geboren werd, waar softdrugs mag worden verkocht, duiken we terug in de tijd, naar de aanloop van de jaren ’70. Om precies te zijn 1968.
De voorloper van de coffeeshop
Eind jaren ’60 werd er in Nederland onder invloed van de hippiecultuur meer en meer geëxperimenteerd met (soft)drugs. Zo ook waren wiet en hasj geliefde genotsmiddelen bij de jongeren uit de zestiger jaren. Onder andere deze toename in de aanvoer en het gebruik van cannabisproducten leidde in het jaar 1968 tot de opening van een thee- en koffiewinkel in Utrecht waar men hasj kon kopen en roken. Dit jongerencentrum, genaamd Sarasani, wordt door sommigen gezien als de eerste coffeeshop van Nederland, maar hierover wordt nog altijd getwist.
Mellow Yellow, de eerste échte coffeeshop
In het jaar 1972 opende namelijk in Amsterdam een andere winkel, die veel meer de vorm had van de uiteindelijke coffeeshop zoals we die nu kennen. Mellow Yellow, opgericht door de Nederlandse wietpionier Wernard Bruining in een gekraakte voormalige bakkerij aan de Weesperzijde. Hier verkochten ze voor het eerst voorverpakte hasj in stukjes van tien en vijfentwintig gulden. Dit is een formule die door de meeste hedendaagse coffeeshops nog steeds gehandhaafd wordt.
The Bulldog
De oudste, en wellicht ook de bekendste, coffeeshop die Nederland kent is The Bulldog. Deze werd in 1975 opgericht door Henk de Vries aan de Oudezijds Voorburgwal, het pand waar zijn vader eerder nog een erotische winkel had. In dit pand wordt vandaag de dag nog altijd cannabis verkocht, en heeft The Bulldog zich de afgelopen jaren als een internationaal merk ontpopt met meerdere coffeeshops, een hotel en vele wiet gerelateerde merchandise en rokershulpmiddelen.
Gedoogbeleid
Sinds eind jaren ’70 steeg het aantal legale coffeeshops enorm, dankzij het pragmatische en soepele softdrugsbeleid van de Nederlandse overheid. Het was toegestaan om voor persoonlijk gebruik kleine hoeveelheden wiet of hasj op zak te hebben, en de verkoop van cannabis door coffeeshops werd door de overheid door de vingers gezien, ondanks dat de inkoop van cannabis nog altijd illegaal is. Deze tegenstrijdige wetgeving wordt ook wel het gedoogbeleid genoemd, en is een essentiële voorwaarde geweest voor coffeeshops om in Nederland te floreren.
Strengere regels
Begin jaren ’90 was het aantal legale coffeeshops in Nederland gestegen tot bijna 1500. Daarnaast zouden er nog vele honderden illegale coffeeshops geweest zijn. De overheid vond het hierom tijd voor strengere wetgeving, wat resulteerde in een daling van het aantal coffeeshops. Coffeeshops mochten nu onder andere nog maar een voorraad van maximaal 500 gram hebben, en de leeftijd om wiet of hasj te kopen werd verhoogd. Eind 2020 waren er in Nederland nog 564 coffeeshops, waarvan zich er meer dan 160 in Amsterdam bevinden. De laatste jaren lijkt het aantal coffeeshops in Nederland stabiel te blijven.