Wetgeving omtrent coffeeshops in Nederland
De meeste Nederlanders zijn na een halve eeuw dat er coffeeshops bestaan, wel gewend aan de aanwezigheid van winkels die cannabis verkopen in het openbaar. Toch is het niet zo vanzelfsprekend als het op het eerste oog lijkt, aangezien de wetgeving omtrent de verkoop van wiet en hasj in Nederland op zijn zachtst gezegd ‘bijzonder’ is. Dit heeft alles te maken met het zogenoemde gedoogbeleid, wat een uniek Nederlands fenomeen is. Hoe het nou echt zit met die wetgeving, lees je in deze blog.
Gedoogbeleid
Om de huidig geldende wetgeving omtrent de verkoop van cannabis te begrijpen, moeten we terug naar begin jaren ’70 van de vorige eeuw. Er ontstonden steeds meer problemen in de samenleving als gevolg van de opkomst van voornamelijk harddrugs, zoals heroïne. De overheid achtte het nodig om voor een effectievere aanpak van het probleem, onderscheid te maken tussen harddrugs en softdrugs. Mensen die in het bezit waren van cannabis, wat werd geclassificeerd als softdrug, werden nu niet meer vervolgd, mits ze niet te veel op zak hadden. Ook de verkoop van cannabis werd als gevolg van het onderscheid door de vingers gezien, mits de verkooppunten zich aan bepaalde regels hielden. Zo was het gedoogbeleid geboren!
Strengere regels
Dankzij het gedoogbeleid omtrent cannabis, wat nog altijd uniek is in de wereld, ontstond er een gunstig coffeeshopklimaat. Tot midden jaren ’90 leek er geen rem te zitten op de stijging van het aantal cannabiswinkels, maar door strengere regelgeving vanaf 1996 was er een forse daling in het aantal shops. De leeftijd voor de aanschaf van wiet ging omhoog, en coffeeshops mochten nog maar een voorraad van maximaal 500 gram in de winkel hebben.
Huidige situatie
De wetgeving omtrent coffeeshops is sindsdien weinig gewijzigd, behalve in 2007 toen de verkoop van alcohol in cannabiswinkels verboden werd, en sinds 2014 moeten coffeeshops minimaal 350 meter verwijderd zijn van een school. Echter blijkt de laatste regel in de praktijk moeilijk te handhaven, en wordt ook hiermee soepel omgegaan. De afgelopen jaren is er ook nog geëxperimenteerd met een ‘wietpas’, waarmee je alleen als ingeschreven lid bij een bepaalde coffeeshop wiet kon halen. Dit experiment leidde tot meer illegale handel op straat, en werd dus snel weer stopgezet.
De illegale achterdeur
Vooralsnog blijft het kromme aan de hele wetgeving omtrent coffeeshops, dat zij legaal hun wiet mogen verkopen, maar dat zij deze wiet moeten inkopen bij illegale kwekers. Hierdoor is er bij de achterdeur van coffeeshops vaak criminaliteit betrokken waar de overheid geen grip op heeft. Bovendien is de kwaliteit van de wiet in veel gevallen niet te waarborgen, omdat de kwekers clandestien te werk moeten gaan en niet gecontroleerd worden. Ondanks dat deze onlogische wetgeving zorgt voor problemen, creëerde het ook de mogelijkheid voor coffeeshops om in Nederland te floreren met alle positieve gevolgen die er ook mogen zijn. Op het moment waarop deze blog geschreven is, ziet het er nog niet naar uit dat de wetgeving omtrent cannabis in Nederland op korte termijn zal veranderen. Voorlopig blijft cannabis niet legaal, maar gedoogd.